[Cécile Crutzen]

Interactie, een wereld van verschillen:
Dualiteiten en Dialogen in Informatica

L'interaction, un monde de différences
Dualités et dialogues dans l'univers de l'informatique

Cecile K. M. Crutzen
Open Universiteit Nederland, Heerlen,


Conferentie dokument te downloaden
Document de la conférence à télécharger

       

        [Invitée] Cécile K. M. Crutzen



Gender performance kan in informatica onderzocht worden via dualiteiten die in de discipline informatica zijn ontstaan. Genderstudies biedt een bril en werktuig waarmee dualiteiten en hun onderlinge relatie waargenomen kunnen worden. Vanuit die waarneming kan er translatie ontstaan van dualiteiten naar dialogen. Dialogen die op vele niveaus binnen informatica gevoerd kunnen worden maar waar wel de nodige ruimte voor gecreëerd moet worden. De dualiteiten die onder de loep genomen worden zijn "subject-object" en "ontwerpen-gebruiken".

Korte persoonsbeschrijving Cecile Crutzen is universitair hoofddocent voor het domein: Mens, computer en maatschappij bij de faculteit Technische Wetenschappen van de Open Universiteit Nederland. Haar onderzoek is gericht op de relatie tussen de discipline informatica en genderstudies. Haar proefschrift heeft als titel: Interactie, een wereld van verschillen. Een visie op informatica vanuit het perspectief genderstudies.

Meer achtergrond over haar persoon is te vinden op:
http://www.ou.nl/info-alg-ntw/
Meer achtergrondinformatie over haar onderzoek is te vinden op:
http://www.ou.nl/info-alg-ntw/Differences/Samenvatting.htm

http://www.ou.nl/info-alg-ntw/Differences/summary.pdf

Conferencie: "Een visie op informatica vanuit genderstudies"

In dit onderzoek heb ik ontdekt hoe een interactie tussen de disciplines Informatica en Genderstudies kan resulteren in een andere kijk op de activiteiten gebruiken en ontwerpen van IT-representaties. De basis voor dit onderzoek was de volgende vraagstelling: Aan welke minimale voorwaarden moet de 'ruimte'informatica voldoen, zodat de gendergeladenheid ervan expliciet gemaakt kan worden en 'vrouwelijkheid' expliciet aanwezig, zichtbaar en veranderlijk kan zijn in deze ruimte? De ruimte informatica heb ik opgevat als een interactiewereld van actoren die informaticarepresentaties maken en gebruiken, representeren en interpreteren.

Informaticarepresentaties zijn niet alleen informaticaproducten in de vorm van hard-en software, maar ook de methoden en theorieën waarvan gebruik gemaakt wordt om deze informaticaproducten te maken. Aan deze informaticarepresentaties worden door de omringende actoren betekenissen gegeven als gereedschap, werktuig, rol, medium, werkplek, wereld, die door die actoren betrokken worden in hun handelen. Bij elk handelen van mensen verandert de omgeving waarin zij zich bevinden. Als de veranderingen, veroorzaakt door handelen, lijken op voorafgaande veranderingen of voldoen aan de verwachtingen van mensen, dan passen ze precies bij datgene wat iedereen als vanzelfsprekend waarneemt. Ze roepen geen twijfel op. Het concept twijfel is in dit onderzoek opgevat als een betekenis die door actoren gegeven wordt aan waarnemingen die hen laten nadenken over mogelijk 'veranderend' handelen.

Deconstructie is het zichtbaar maken van het handelen in het verleden, om vandaaruit eventueel het handelen te veranderen. Er ontstaan door deconstructie immers openingen voor het onderhandelen over mogelijk toekomstig wenselijk handelen. Maar wat belangrijker is: er kan ruimte ontstaan voor het veranderen van die verwachtingen en wensen vanuit de situatie van de actoren zelf. In de zin van Heidegger: datgene wat verborgen is door handelen, kan weer door handelen ontborgen worden.

Centraal stonden de betekenissen van twee dualiteiten: 'gebruiken-ontwerpen' en 'subject-object'. Van deze is aangetoond dat ze in de ruimte informatica functioneren als binaire hiërarchische opposities die elkaar versterken. De betekenisgeving van 'ontwerpen' respectievelijk 'gebruiken' aan bepaalde handelingen in de ruimte informatica is 'gegenderd'. Aan bepaalde handelingen wordt de betekenis gegeven van passief gebruiken ('vrouwelijk') en aan andere handelingen de betekenis van het creatief ontwerpen ('mannelijk'). De subject-object-dualiteit is in de discipline informatica verbonden met de dualiteit ontwerpen-gebruiken. Het representerend en analyserend handelen wordt gekoppeld aan degene (het subject) die de informaticarepresentatie maakt en klaarlegt voor gebruik in de vorm van neutrale technologie. De gebruiker en het domein zijn objecten die door dit subject worden gemodelleerd en in de informaticarepresentatie worden gefixeerd. De gebruiker lijkt daardoor een passief object dat uitsluitend handelt binnen het scala van handelingen dat via de informaticarepresentatie wordt klaargelegd.

Ik heb het proces waarin een onderlinge handelbaarheid tussen actor en informaticarepresentatie tot stand kan komen, opgevat als een proces van gebruiken* en ontwerpen* dat altijd in de interactie tussen actor en informaticarepresentatie plaatsvindt. Door de deconstructie van de tegenover elkaar staande betekenissen van de handelingen gebruiken en ontwerpen, kan men ontdekken dat voor het totstandkomen van deze onderlinge handelbaarheid, het veranderen van het vanzelfsprekend handelen meestal noodzakelijk en wenselijk is. Het is een onderhandelingsproces van de actor met de informaticarepresentatie waarin deze de onderlinge handelbaarheid ontwerpt vanuit de eigen situatie. Onderlinge handelbaarheid ontstaat in een proces en kan niet worden klaargelegd.

Communicatie en interactie worden in de discipline informatica opgevat als causale processen tussen zenders en ontvangers, waarbij de acties en de boodschappen van de zenders de impulsen
zijn voor het handelen van de ontvangers. Men gaat ervan uit dat het mogelijk is om een eenduidige koppeling te maken tussen impuls en handeling, waarbij het handelen gerepresenteerd wordt als structureerbaar en planbaar. Zender-ontvanger is een binaire hiërarchische oppositie die de basis vormt voor de oppositie en afstand in de dualiteiten subject-object en ontwerpen-gebruiken. Modellen voor communicatie en interactie waarin nauwelijks betekenis wordt gegeven aan betekenisconstruerende processen van menselijke actoren met de informaticarepresentatie en tussen menselijke actoren onderling, behoren tot het vanzelfsprekende en het dominante handelen in de discipline informatica. Informaticarepresentaties zijn rollen die klaargelegd worden. Rollen waarvan mensen gebruik kunnen maken en waarin ze zich kunnen verplaatsen. Informatici worden in beslag genomen door de productie van gesloten informaticarepresentaties en daarmee verbergen ze het maken van werktuig waarmee gebruikers wel kunnen 'ontwerpen'.

Ogenschijnlijk lijkt het alsof de afstand tussen gebruikers en informatici verdwijnt, omdat de gebruiker handelt overeenkomstig de voorgeschreven klaargelegde gesloten interactieruimte. De informaticus denkt daardoor ook de gebruiker klaar te kunnen leggen als procedure in een 'bestand'. Heidegger noemt dit het gevaar van de technologie waardoor mensen worden klaargelegd in een totaal systeem van rollen. Zo ontstaan er rollen waardoor de mens achter de rol verdwijnt, en de rol laat niet alleen de mens verdwijnen, maar de rol wordt dan zelfs de mens.

In hoeverre is er eigenlijk nog wel sprake van veranderend handelen door informatici? Informaticamethoden zoals objectoriëntatie worden in toenemende mate beschouwd als gereedschap dat klaarligt voor gebruik. De methoden verstevigen zichzelf door de objecten waarop ze worden toegepast, uit te breiden en door de bestaande methoden voortdurend aan te vullen. Informatici bewegen zich meer en meer in het bereik van de routines. Het doel is het analyseren en maken van routines, op een wijze waarop zij zelf routinematig handelen in de omgang met hun eigen methoden. Door de versterking van het 'inward-looking' perspectief heeft de discipline informatica haar wijze van handelen begrensd; informatici zijn zelf vergeten wat ontwerpen is. Als zowel de informaticus als de gebruiker ingesloten worden in een netwerk van gesloten informaticarepresentaties, dan worden mensen tot dingen waarvan het gebruik is gefixeerd.

Door dit onderzoek ben ik de verschillen tussen representatie en interpretatie gaan waarderen. Hierdoor ontstaat er immers de ruimte waarin het onderhandelingsproces over verschillen plaatsvindt en waar verschillen steeds opnieuw kunnen ontstaan. Elke handeling is een representatie. Het zijn de verschillen in die representaties, de verschillende representaties en de verschillen aan betekenisgeving aan die representatie die kunnen leiden tot een voortdurende kritische conversatie die eventueel kan leiden tot veranderend handelen.

In mijn analyse heb ik ontdekt dat veranderingsprocessen niet aan de grens van een discipline gepositioneerd kunnen worden en dat het veranderend handelen het opblazen is van de kern waar die grenzen ooit zijn geconstrueerd. Door het opblazen van de kern in gedifferentieerde fragmenten, ontstaan er openingen voor betekenisconstruerende processen. De grenzen die dissociëren, de grens tussen de handelingen 'gebruiken' en 'ontwerpen' en de grens tussen 'vrouwelijk' en 'mannelijk', worden rafelig. Door het creëren van openingen waarin er verschillen zijn, kunnen associërende verbindingen, zoals de verbinding tussen 'vrouwelijk' en 'gebruiken' en de verbinding tussen 'mannelijk' en 'ontwerpen', ontkoppeld worden.

Interactie als een wereld van verschillen is een antwoord op de vraagstelling in mijn onderzoek, tenminste als zowel gebruikers als informatici de verschillen laten voortbestaan en de angst voor het conflict en de twijfel 'verlaten'. Mijn antwoord is geen gesloten oplossing voor de vraagstelling. Het is immers ontwerpend handelen van vrouwen en mannen dat de interactiewereld van verschillen levend kan maken.